Ze is een heel ‘bezige bij’en dat op verschillende terreinen. Veel speelruimte om af te spreken was er niet. Dus hebben we die dinsdagmorgen direct vastgelegd. En daar was ik heel blij mee want zo kunnen we haar bij het begin van dit nieuwe jaar aan u voorstellen… Claudine De Cuyper.
Zoals altijd is mijn eerste vraag : inwijkeling of geboren en getogen Brusselaar?
Claudine: zoals zovelen ben ik een inwijkeling. Ik ben geboren in 1947 in Eine, een deelgemeente van Oudenaarde. Ik kom uit een gezin met vijf kinderen, drie jongens en twee meisjes. Ik ben de oudste, maar twee van mijn broers zijn al overleden. In Eine liep ik naar de lagere school bij de Zusters van Onze Lieve Vrouw Visitatie. Mijn ouders stuurden mij daarna naar Gent op pensionaat bij dezelfde zusters. Het was een héél streng pensionaat en de internen moesten Frans spreken. Maar ik heb daar later veel voordeel uitgehaald en absoluut geen trauma aan overgehouden.
Heb je er ook vriendinnen aan overgehouden?
Claudine: dit jaar heb ik een uitnodiging gekregen omdat het 50 jaar geleden was dat we de humaniora hadden verlaten. Op drie ná was de hele klas aanwezig. Het was een heel fijn weerzien en we houden nu nog altijd contact via email. Ongetwijfeld heeft de toenmalige positieve sfeer op de school daartoe bijgedragen. Het was er streng maar we hebben er ook veel gelachen.
Hoe ben je dan in Brussel terechtgekomen?
Claudine: als pas afgestudeerde mocht ik gaan werken in de IPPA bank aan de Naamse Poort. Ik heb er doodgraag gewerkt want ik deed het werk graag, had er goede collega’s en kwam er in een toffe groep terecht. Maar toen kende ik nog niet veel van Brussel. Zoals de meeste pendelaars kende ik alleen de weg van het station naar het werk. Drie jaar later ben ik voor de VKAJ gaan werken, de Vrouwelijke Katholieke Arbeidersjeugd, een christelijke jongerenbeweging met afdelingen over heel Vlaanderen. Eerst was ik regionale verantwoordelijke, later nationaal verantwoordelijke. Ik had vooral contact met de lokale groepen en moest ook nieuwe groepen opstarten.
Waarom wilde je voor de VKAJ gaan werken?
Claudine: achteraf gezien denk ik dat vooral anderen mij over de streep hebben getrokken maar het was heel fijn om samen te werken met jonge mensen. In het begin waren ze thuis niet zo gelukkig met mijn beslissing omdat ik mijn goede job bij de bank had opgezegd en omdat ik altijd ’s avonds de baan op moest naar lokale afdelingen en verantwoordelijken.
Had je toen al een auto en een rijbewijs?
Claudine: per regio was er een auto ter beschikking. Maar mijn eerste rijles was één ritje met de verantwoordelijke van de KAJ naar Ronse, daar kreeg ik de autosleutels en ik kon vertrekken!
Hoe was je contact met de parochie?
Claudine: mijn ouders waren zoals de meeste Vlamingen toen, gelovige mensen die op zondag met hun gezin naar de mis gingen. Maar het waren geen pilaarbijters. Ik was in Eine in de plaatselijke VKAJ beweging en van daaruit was ik betrokken bij de parochie en ben ik ook lector geweest in de vieringen.
Wanneer ben je dan in Brussel komen wonen?
Claudine: toen ik in de nationale leiding van VKAJ werkte, betrokken we samen met enkele collega’s een appartement in de omgeving van het zwembad Neptunium in Schaarbeek. Later heb ik zelf een appartement gehuurd in de omgeving van het Liedtsplein. In die omgeving heb ik altijd gewoond – nu om en bij de 40 jaar - en toch verander ik regelmatig van continent. In het begin woonden er vooral Grieken in mijn wijk. Stilaan zijn er Turken komen wonen, later kwamen er Marokkaanse gezinnen. Nu heb ik meer het gevoel dat ik in zwart Afrika woon en er komen ook meer Aziatische mensen bij in onze wijk. Anderzijds zijn er ook de sporen van de geschiedenis natuurlijk want er zijn nog altijd twee synagogen in de wijk omdat er vroeger ook Joodse mensen woonden. En twee huizen voorbij mijn deur wonen de zusters van Sint Vincentius a Paulo. Onze tuinen raken elkaar.
Vandaag is onze wijk vooral een transitwijk. Nieuwe inwijkelingen komen hier aan, als ze het beter krijgen dan verhuizen ze. Maar ik heb goede relaties met mijn buren. Met het offerfeest brengen ze mij allerlei lekkers. Mijn straat is een ‘staal van de hemel’! We kunnen op elkaar rekenen, hebben respect voor mekaar. In mijn kleine straat zie ik de hele wereld.
Ben je jouw hele carrière bij de VKAJ blijven werken?
Claudine: neen, ik heb korte tijd bij Grosfillex gewerkt. Daarna ook bij de Kempense Steenkoolmijnen maar toen er een vacature kwam bij de KAV, de Kristelijke Arbeidersvrouwen - het huidige Femma - ben ik er als verantwoordelijke voor het Brussels Hoofdstedelijke Gewest aan de slag gegaan. Daar ben ik gebleven tot aan mijn pensioen toen ik er in totaal 42 jaar dienst had opzitten. Bij mijn start bij de KAV waren er 42 lokale afdelingen maar er zijn groepen gesneuveld omdat ze geen opvolgers meer konden vinden. Ondertussen waren er wel een twintigtal interculturele groepen voor migrantenvrouwen opgestart. Nu probeert men die groepen samen te smelten en de nieuwe groepen die opgericht worden zijn sowieso divers.
Geniet je vandaag nu van een welverdiende rust?
Claudine: sinds mijn pensioen blijf ik mij engageren bij Femma Schaarbeek-Noord. Samen met het team organiseren we maandelijks een activiteit. Daarnaast ben ik voorzitster voor Brussel-Halle-Vilvoorde en Vlaams Brabant van Beweging.net, het vroegere ACW. Verder zit ik nog in een aantal Raden van Bestuur van VZW’s in en buiten Schaarbeek. Eenmaal per maand, organiseer ik ook mee een activiteit voor vrouwen in het Klein Kasteeltje. Door de vele besparingen hebben al de projecten waar ik in betrokken ben het moeilijk om hun plannen te blijven realiseren. Maar ik ontmoet daar veel beslagen mensen, vrijwilligers die zich met hart en ziel inzetten ook al hebben ze soms weinig tijd want zij zijn nog beroepsactief. Dat lees je allemaal niet in de krant. Maar het zijn echte ‘schatten’!
Beste Claudine, bedankt voor al je inzet! Blijf actief zolang je kan want je bent een ‘schat’ onder de ‘schatten’!
Ria V.A.
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.