Kerk & Leven 2024 nr. 20
Enkele gedachten bij het feest van Pinksteren
Pinksteren is wellicht voor velen een feest waar ze zich maar weinig kunnen bij voorstellen. Ik herinner mij dat men op TV ooit eens mensen ondervroeg over wat we nu precies vieren met Pinksteren, en velen moesten het antwoord schuldig blijven. Dat het een verlengd weekend was, dat wist iedereen wel, dat er vormsels doorgaan op die dag, dat konden velen ook nog aanbrengen, maar wat de kern van dit feest betreft, daar moesten velen voor passen.
Vaag
Pinksteren heeft natuurlijk alles te maken met de Heilige Geest. Dat nu zo weinig mensen zich iets kunnen voorstellen bij dit feest, hangt volgens mij samen met het feit dat die Heilige Geest zeer vaag is! Jezus daarentegen is heel concreet. Hij was een mens van vlees en bloed. Hij heeft onder ons geleefd. We hebben verhalen over Hem, over wat Hij heeft gezegd en gedaan. Jezus kan vandaag de dag nog heel wat mensen inspireren. Ook een figuur zoals Maria is voor velen tastbaar en concreet. En je zou zelfs kunnen zeggen dat God nog beter scoort dan de Heilige Geest! We hebben de Bijbelse verhalen, we hebben Jezus die ons verteld heeft over God, ... Maar die Heilige Geest, wat kunnen we ons daar bij voorstellen?
Band met Pasen
In ieder geval moeten we de Heilige Geest en het feest van Pinksteren verbinden met het Paasfeest. In de Kerk duurt de Paastijd tamelijk lang. Het begin van die Paastijd is het feest van Pasen zelf, en het einde ervan vieren we op het Pinksterfeest. Als je aan het tellen zou gaan, dan zou je uitkomen op vijftig dagen. Pinksteren valt vijftig dagen na Pasen. Pinksteren is trouwens afkomstig van het Griekse woord 'pentècostè', je vindt het ook terug in het Franse 'pentecôte', waarin het woord vijftig zit. De inhoudelijke band is dat we met Pasen vieren dat Jezus verrezen is, dat Hij niet meer lijfelijk en tastbaar onder ons aanwezig is, dat Hij teruggekeerd is naar de Vader. Maar we geloven ook dat Hij ons niet zomaar aan ons lot overlaat, dat hij ons niet in de steek laat! Hij blijft bij ons met zijn kracht! En dat vieren we met Pinksteren. We vieren dus dat Jezus ons niet verweesd heeft achtergelaten, maar dat Hij altijd bij ons blijft, met zijn Geest, zijn 'heilige Geest'. Je zou dus kunnen zeggen dat Pinksteren het feest is van de blijvende nabijheid!
Vuurrood
Met Pinksteren dragen we in de liturgie ook de rode kleur. Met Pasen en alle zondagen na Pasen dragen we wit. Wit is de kleur van het feest, de kleur van nieuwheid. Op Pinksteren is de kleur echter rood. Rood heeft te maken met vuur. De Heilige Geest wordt trouwens vaak geassocieerd met vuur en met vurigheid. Denk maar aan de vurigheid waarmee de eerste leerlingen van Jezus getuigden van de Blijde Boodschap. Dat Jezus bij ons blijft, zou ons moeten vervullen met vurigheid, met kracht en met enthousiasme. Als je trouwens het woord 'enthousiasme' van naderbij bekijkt, moeten we teruggaan naar het Grieks, en dan merken we dat het betekent 'door God bewogen'. Een enthousiast iemand is dus iemand die volledig gegrepen is door de Geest van God. Enthousiasme is bijgevolg een woord dat perfect past bij het Pinksterfeest. Jezus die bij ons blijft met zijn kracht, met zijn geest, maakt ons enthousiast, maakt ons gedreven en geestdriftig.
Wind en adem
Naast vuur wordt de Geest soms ook vergeleken met wind. Wind kun je niet zien, maar je kunt hem wel voelen. Net zoals de wind duwt, stuwt ook de Geest ons vooruit. Ook al blijft de Geest voor veel mensen een nogal ongrijpbare gestalte, toch mogen we vermoeden dat Hij dichterbij is dan we vaak vermoeden. De Geest zou je ook de adem van God kunnen noemen die ons mensen bezielt. En je kan dit echt wel vergelijken met onze eigen adem. Onze adem is iets dat heel dichtbij is, het zit als het ware onder onze huid! Zo kunnen we ook Gods Geest zien. Hij is ons zo nabij zoals onze adem onder onze huid zit. Is ons lichaam immers geen tempel van de Heilige Geest? De Heilige Geest is dus de uiterst nabije aanwezigheid van God bij elk van ons. De Geest is God die in ons is en ons met zijn kracht bezielt, maar Hij bezielt ons wel om naar buiten te gaan! Pinksteren is geen feest waarbij we als het ware Gods aanwezigheid koesteren, een feest om ons een 'goed gevoel' te geven, maar het is een feest waarbij we vanuit die aanwezigheid van God worden uitgezonden, naar buiten, om Gods boodschap van liefde te verkondigen. Het is een feest waar we kracht van Godswege ontvangen om enthousiast te getuigen van die God.
Misschien moeten we vooral bidden dat we die Geest, die kracht zouden mogen ontvangen en gewaarworden, dat de Geest ook ons onder de huid mag kruipen en ons inspireert tot een begeesterd én begeesterend leven, tot enthousiaste christenen! Veni sancte spiritus! Kom Heilige Geest!!
Pastor Gino
Kerk & Leven 2024 nr. 19
Hemelvaart, een tweede Goede Vrijdag?
We vieren deze donderdag Hemelvaart. Het is het einde van de Paastijd. Eerst hadden we veertigdagen vastenperiode, dan de Pasen met de verrijzenis van Jezus. De verhalen van Jezus die zich toont aan zijn leerlingen na zijn dood staan centraal in de Paastijd, en vinden hun toppunt in de uitstorting van de Heilige Geest boven de leerlingen verzameld in een bovenkamer. Dit gebeurde op Pentacost, vijftig dagen na Pasen. Maar eerst vieren we nog het laatste grote gebeuren in het leven van Jezus, de Hemelvaart. Dit gebeurde veertig dagen na zijn overlijden. Jezus gaat naar zijn Vader terug om er aan Zijn rechterhand te zitten. Dit deed hij op eigen kracht, verschillend met de “ten hemel opneming” van zijn moeder Maria die door God aan de aardse werkelijkheid werd onttrokken.
Is Jezus’ Hemelvaart dan hetzelfde als met Goede Vrijdag waar Jezus sterft en niet meer met ons is ? Jezus verdwijnt inderdaad met Hemelvaart en in die zin is het een beetje zoals met Goede Vrijdag toen hij gestorven is. Het voelt een verlaten aan. De leerlingen bleven ook triestig achter. Maar er is een reden voor dat tweede afscheid. Jezus gaat definitief terug naar zijn Vader om de Heilige Geest aan zijn leerlingen te schenken, zoals beloofd, en dus ook aan ons. Pinksteren zal daarvan het teken zijn. Door de Hemelvaart van Jezus heeft God voor ons de Hemel wat dichter op aarde gebracht. Het is zoals de priester wanneer hij water bij de wijn doet tijdens de Eucharistie in stilte bidt: “Water en wijn worden een, Gij (God) deelt ons mens-zijn (door Jezus) en neemt ons op (door uw Heilige Geest) in Uw goddelijk leven.” Door de Hemelvaart van Jezus worden dus Hemel en Aarde verbonden voor ons opdat we gemakkelijker de weg zouden vinden na de dood naar de Hemel, maar ook tijdens ons leven, door te werken aan het Koninkrijk Gods waar het goed is om leven voor iedereen, een hemel op aarde.
Er is in het Jodendom een mooi verhaaltje van een jongetje in de synagoge die op de blokfluit zachtjes aan het spelen was terwijl de gelovigen aan het bidden waren. Dat ging zo al een tijdje door, maar de rabbi vond dit een storend element. En dus op zekere dag ging hij over naar het jongetje en verbood hem nog te fluiten. Het jongetje was er triest om, maar dat deerde de rabbi niet. Nog de zelfde nacht echter kreeg de rabbi een droom waarin God tot hem kwam en hem zei: “Waarom heb je dat jongetje verboden om op zijn blokfluit te spelen? Het was dankzij zijn muziek dat de gebeden van de gelovigen in de synagoge opstegen tot in de hemel.”
Als ik tijdens een Eucharistieviering een baby hoor zachtjes huilen of spelen, dan denk ik veel aan dit verhaal. Het zijn de kleine dingen in het leven die soms het geheel hemels maken. Denk aan die fijne zonnestralen die door een nat bos pieken. Of het gezang van een merel in de vroege morgen. We hoeven ons geluk niet ver te zoeken, maar open te staan voor het heilige (hemelse) in het alledaagse. Het brood dat met liefde gebakken werd door moeder, vader die de zoon mee uit neemt voor een etentje, de zieke hond die door de kinderen wordt vertroeteld, en ga zo maar door.
Een manier om Hemelvaart te vieren is daarom om te gaan “dauwtrappen” die dag. Heel vroeg in de morgen ga je dan naar buiten, de natuur in. Te voet of met de fiets, en geniet je van de morgendauw. Daarna neem je deel aan de lokale Eucharistieviering. Je zal zien dat de viering dan heel anders en fris overkomt. Hemelvaart is ook een uitnodiging tot geduld. Het is een periode van verwachting tot Pinksteren komt, en God zijn beloftes na zal komen. Zo krijgen we ook niet steeds direct een antwoord op onze gebeden. Vertrouwen op God is wat we in deze tijd tussen Hemelvaart en Pinksteren kunnen leren.
Peter, pastor
Kerk & Leven 2024 nr. 18
1 Mei, Feest van de Heilige Jozef, arbeider
Jozef, de bruidegom van Maria, is een geliefde heilige. In de Oosterse kerken houdt men hem al heel vroeg in ere. Later ook bij ons. In 1847 roept paus Pius IX Sint Jozef uit tot ‘Patroon van de Katholieke Kerk’. Vanaf 1870 vieren wij dat hoogfeest op 19 maart. Verder is Jozef de patroonheilige van België en van Canada.
Al in de oertijd, toen de dieren nog spraken, verwelkomden onze voorouders de zomerzon met zang, bloemenkransen en dartele cirkeldansen rond de Meiboom. Van Friesland tot Finland steekt men tijdens de Walpurgisnacht van 30 april op 1 mei vreugdevuren aan. De Oude Romeinen kenden dan weer de Floralia: zes dagen festival ter ere van de jolige bloemengodin Flora.
Wie kent dat zalige meimaand-gevoel niet? De dichter Heinrich Heine (1797-1856) bezong het in twee stroofjes vol liefdesromantiek:
Im wunderschönen Monat Mai,
Da ist in meinem Herzen
Die Liebe aufgegangen.
Im wunderschönen Monat Mai,
Als alle Vögel sangen,
Da hab ich ihr gestanden
Mein Sehnen und Verlangen.
Maar in mei zong men soms ook een toontje lager. “Debout, les damnés de la terre!”, “Ontwaakt, verworpenen der aarde!”, het strijdlied van de arbeidersbeweging: De Internationale uit 1892.
De moderne industrie brengt vooruitgang maar ook nieuwe vormen van slavernij. Fabriekswerkers protesteren in hun cités. In 1871 wordt de meimaand (‘le temps des cerises’) bloedig roodgekleurd tijdens de opstand van de Parijse Commune. Arbeidsverenigingen organiseren zich internationaal. Het Internationaal Socialistisch Congres richt op 14 juli 1889 te Parijs de ‘Tweede Internationale’ op. Men beraamt er een “internationale strijddag voor de achturige werkdag”. De vakbond uit de USA suggereert als datum 1 mei ter herdenking aan het bloedbad in Chicago tijdens hun betoging begin mei 1886. Uiteindelijk erkent het congres 1 mei als de jaarlijkse 'Dag van de Arbeid' − voor recht en vrede.
Op 15 mei 1891 eist ook paus Leo XIII respect op voor de arbeidersklasse. In zijn encycliek Rerum Novarum pleit hij voor het oprichten van vakbonden en veroordeelt hij het ongebreideld kapitalisme. Tegelijk keert hij zich af van marxistisch socialisme, ‘historisch determinisme’ en ‘dialectisch materialisme’. Zijn encycliek is het vroegste document in een rij van kerkelijke uitspraken over sociale rechtvaardigheid. Die serie vormt de zogenaamde ‘Sociale katholieke leer’. (Een doctrine waarvan men ooit zei dat die “het best bewaarde geheim van de Kerk” is.) Om een christelijk, regulier tegenwicht te bieden aan de seculiere eerste mei-demonstraties, stelt paus Pius XII dan in 1955 te Rome de feestdag in van de 'Heilige Jozef, Arbeider’ op 1 mei.
Op deze eerste dag van de wonderschone meimaand vermengen de lentekriebels, de meiklokjes, de vogelnestjes, Marialiederen en devotie tot de heilige Jozef zich samen met een vurige inzet voor recht, duurzame leefbaarheid en vrede.
Pater Ludwig
Kerk & Leven 2024 nr. 17
H. Marcus, evangelist
We vieren zijn feestdag op 25 april.
In het B-jaar lezen we uit het evangelie van Marcus.
Het kortste en wellicht ook het oudste evangelie, geschreven rond 70 na Christus, wordt vanaf de 2de eeuw aan hem toegeschreven.
Maar wie Marcus eigenlijk was, weten we niet met zekerheid. De schrijver vermeldt zijn naam niet in het evangelie. Vanaf de 2de eeuw wordt het aan Marcus toegeschreven en wordt zijn naam in de handschriften genoteerd.
In Handelingen 12,12 wordt verwezen naar een zekere Johannes, ook Marcus genoemd. De eerste christenen in Jeruzalem kwamen samen in het huis van zijn moeder.
Marcus zou Paulus en Barnabas vergezeld hebben op hun eerste missiereis. Later ging hij met Petrus naar Rome en was zijn tolk en vertaler. Op het einde van de eerste brief van Petrus wordt Marcus met genegenheid ‘mijn zoon’ genoemd.
Marcus predikte op Cyprus en in Alexandrië waar hij de eerste christelijke kerk heeft gesticht. In Alexandrië stierf hij de marteldood nadat hij aan een touw vastgebonden door de stad werd gesleurd.
Misschien denkt u ook aan de San Marco Kathedraal in Venetië. Dat is niet zo verwonderlijk want Venetië is samen met Alexandrië het voornaamste centrum van zijn verering.
Marcus wordt voorgesteld terwijl hij aan zijn evangelie werkt, vaak met zijn attribuut ‘de gevleugelde leeuw’. Hij is de patroon van notarissen, opticiens, glasblazers, telers, apothekers, schilders, schoenmakers, leerlooiers, secretaressen en vertalers.
Marcus’ evangelie begint bij het openbaar leven van Jezus. Het evangelie was bedoeld voor christenen die niet van Joodse afkomst waren en waarschijnlijk leefden in een situatie van vervolging. Als Marcus joodse gebruiken vermeldt waarmee zijn (Romeinse) christenen niet zo vertrouwd zijn, legt hij ze uit. Herhaaldelijk gebruikt hij in zijn Griekse tekst Latijnse termen. En als hij Jezus Aramese woorden in de mond legt, vertaalt hij die.
De belangrijkste boodschap in zijn evangelie is dat met de komst van Jezus een nieuwe tijd is aangebroken. Gods Rijk is nabijgekomen. Jezus laat van in het begin zien wat dit koningschap van God betekent. Wat Hij doet en zegt gaat in tegen de gevestigde waarden en machten. Jezus’ optreden wekt bewondering en enthousiasme maar leidt ook tot lijden en dood. Pas nadien volgt de opstanding. Het evangelie roept de lezers op om in Jezus te geloven en hun leven aan dat geloof aan te passen. Centraal staat de vraag: wie is Jezus? (8,27-29)
Tijdens mijn opleiding tot pastoraal werkster werd ons gevraagd om het Marcus’ evangelie in zijn geheel te lezen. Het was iets wat ik nog nooit had gedaan. Het werd een intense ervaring. Ik kan het alleen maar aanraden!
Gebed
Goede God,
met Pasen vierden we de verrijzenis van uw Zoon.
U liet hem niet over aan de dood maar schonk hem nieuw leven.
Jezus verkondigde uw Blijde Boodschap: een nieuwe tijd is aangebroken.
Dat is ook de belangrijkste boodschap in het evangelie van Marcus.
Wij vragen U:
Sterk ons verrijzenisgeloof!
Geef dat wij niet stilstaan in het verleden maar als nieuwe mensen opstaan en meewerken aan de verkondiging van uw Blijde Boodschap.
We vragen het U door Jezus, de Verrezene in ons midden. Amen.
Pastor Chris
Kerk & Leven 2024 nr. 16
Laten we spreken over geroepen zijn
Met deze uitnodiging worden we allen opgeroepen om zondag 21 april, de vierde zondag na Pasen die ook bekend staat als ‘roepingenzondag’, na te denken over en te bidden voor roepingen. Lang is ‘roepingen’ begrepen als louter iets voor kandidaat-geestelijken (priesters of diakens) of kandidaat-religieuzen. Dat is het ook, maar het is toch meer dan dat. Want door ons doopsel zijn we niet enkel kinderen van God en broeders en zusters van elkaar geworden, maar ook opgeroepen dit doopsel te laten doorwerken in ons dagelijks leven door, elk op onze manier, mee te werken aan het gestalte geven aan het Rijk Gods op aarde, de wereld zoals die door Christus gedroomd is, de wereld die Hij ons al heeft voorgeleefd en de wereld waartoe Hij ons opgeroepen heeft om er ons toe te ‘bekeren’ (om te draaien, te richten naar). Roeping is dus iets voor iedereen onder ons – het is een oproep om ons in stilte te keren naar ‘God in ons’ en ons te laten inspireren door wat Hij met elk van ons voor heeft: echtgenoot-echtgenote, moeder-vader, inzet voor de medemens door ons beroep, onze vrijetijdsbesteding. Te zoeken naar die daden die handen en voeten geven aan ons geloof.
En ja, daartoe behoort – voor sommigen onder ons – een leven in volle dienstbaarheid aan Christus, Zijn Kerk en Zijn mensen. Dat kan door een wijding als diaken of priester, een zending als pastoraal werk(st)er, een gelofte als religieuze. We weten allemaal dat onze kerk hier in België al enkele decennia door een roepingenwoestijn gaat. Ooit werd ik geconfronteerd door iemand die ons ter overweging meegaf dat de oorzaak misschien ook kon zijn dat we niet bidden voor roepingen, dat we de Heilige Geest niet expliciet meer durven vragen om mensen zo te inspireren. En hoe langer, hoe meer denk ik dat daar een grote grond van waarheid in zit. Ja, we leven in een seculiere tijd, maar eerlijk gezegd, we durven mensen en jongeren niet door een kleine hint aanmoedigen open te staan voor die weg en ervoor te bidden.
Laat ons dus daarmee maar beginnen. Het gebed voor deze Roepingenzondag kan ons daartoe inspireren.
GEBED
God, goede Herder,
Gij roept uw mensen,
vanuit alle tijden en plaatsen,
op de wegen van uw liefde.
Gij gebruikt zelden
sterke woorden,
maar vaker toch
het zachte fluisteren
van een bries.
Laat U kennen, Heer,
blijf ons roepen,
ook in deze tijd,
op deze plaats.
Geef ons mensen,
die herder willen zijn
voor ons
en voor anderen.
En schenk ons woorden,
om met elkaar te delen,
hoe Gij ons hart beweegt
Diaken Dirk
Kerk & Leven 2024 nr. 15
De Paasvreugde uitzingen
Als ik dit schrijf is het Paasweekend net achter de rug en is er ruimte om wat tot rust te komen na de intense dagen van de Goede Week. Volgende zondag is het reeds de 3e Paaszondag en wordt ons nogmaals de vrede toegezegd door Jezus die zijn leerlingen bezoekt. Na de eerste twijfel geeft het hun ook een immense vreugde want Hij leeft! De vreugde om de Verrezen Christus deint dus nog steeds verder uit en zal uitmonden in het vuur van Pinksteren. Wat doe je met vreugde of blijdschap? Misschien wel zingen van ‘contentement’ zoals men weleens zegt? Ik wil jullie graag een lied voorstellen voor deze periode, eentje dat we goed kennen: ‘Christus is verrezen’ (Zingt Jubilate 405). Dit lied kan de hele paastijd meegaan, geïnspireerd door de evangelies van deze zondag. Neem mee een duik in de verschillende strofen.
Christus is verrezen, naar ’t water van het leven,
gaat uit uw Herder tegemoet, ziet en smaakt zijn overvloed. Alleluia.
Een strofe voor de Paasdag zelf: een aankondiging en tegelijk een uitnodiging zoals deze van de jonge man bij het lege en open graf aan de vrouwen. We moeten Jezus niet zoeken bij het graf, bij wat dood en leeg is. We zullen Hem ontmoeten daar waar water is, waar leven is. Niet zomaar leven, maar leven in overvloed. Denk aan de ‘overlopende, gestampte en geschudde maat’ die met ons in de schoot zal werpen (Lucas 6,38). Het woord van Christus zei ook dat Hij een bron van levend water is wordt hier nog maar eens benadrukt. Hij wordt als onze herder genoemd, Hij zal ons naar groene weiden en stromend water brengen. Beelden van Jezus zelf worden hernomen. Zien we Jezus als een bron van ons bestaan?
Herder van de schapen, noem ons bij onze namen.
Uw kudde heeft uw stem gehoord, roep ons samen rond uw woord. Alleluia.
Die herder kent ons en we vragen dat Hij onze naam zou noemen. Dat wij door Hem gezien zouden zijn, dat we iemand zouden zijn in zijn ogen. Denk maar hoe het voelt als iemand ons bij onze naam aanspreekt en ons ziet staan. Wij erkennen dat we zijn stem gehoord hebben. We hebben zijn appél gehoord en zijn er op ingegaan, hebben er gehoor aan gegeven. Er is een band ontstaan. Meer nog: we vragen dat Hij telkens weer verzamelt rond zijn woord. We willen meer horen van Hem, Hem beter leren kennen. Kunnen we dat beamen?
Gij die vreest en twijfelt, herkent uw Heer en heiland
die in de avond breekt het brood, en voor u de Schrift ontsloot. Alleluia.
Maar tot geloof komen is een weg van vallen en opstaan, ook voor de leerlingen, van hopen en vertwijfelen. In deze strofe herkennen we de leerlingen op weg naar Emmaüs. Ontgoocheld en teleurgesteld keren ze terug naar huis. Hier klinkt de uitnodiging om bij eigen angst of twijfel toch te geloven. Om in dat spoor van die eerste leerlingen te treden waarvan we vaak denken dat zij het makkelijker hadden dan wij die niet met Jezus hebben mee gelopen en Hem uit eerste hand hebben beluisterd. Laten wij Hem toe in onze twijfel en onze angst?
Zalig die gelovend hun God herkennen mogen!
Betast de wonden van de Heer, knielt in deemoed voor Hem neer. Alleluia
Als dé twijfelaar bij uitstek, komt Thomas in beeld zonder hier genoemd te worden, de nuchtere realist die tastbare bewijzen wil. Jezus gaat in op zijn wensen: ‘Kom en leg je vingers in de wonden van mijn handen en je hand in mijn zijde en wees niet langer ongelovig’. Jezus neemt die twijfel au sérieux en laat zich benaderen en aanraken. Vaak verlangen ook wij tastbare tekenen om ons geloof sterker te maken. Laten we ze niet te ver zoeken. Ontmoeten wij Christus ook niet vandaag in de wonden van de gekwetste mensen?
Christus steeg ten hemel: houdt dus uw hart verheven,
want in zijn Vaders heerlijkheid houdt Hij u een plaats bereid. Alleluia
Hiermee lopen we al vooruit op het feest van Ons-Heer-Hemelvaart waarop we uitvieren dat Jezus bij de Vader is teruggekeerd. Niet zomin als de leerlingen Hem moesten nastaren moeten ook wij niet met ons hoofd ‘in de wolken’ lopen. Wel ons hart hoog houden: dicht bij Hem zijn met ons hart. Niet neerslachtig of moedeloos worden bij welke tegenstand of moeilijkheid ook. Laat ons hart hunkeren, uitzien naar Hem. Want eens mogen we ook daar thuis komen waar Hij nu al is. Hij bereidt zelfs een plaats voor ons. Hij is ons in alles voorgegaan, ook in die laatste etappe, terug naar de Vader, Zijn en onze Vader.
Christus, onze vrede, zend ons uw gaven neder:
de volheid van uw heil’ge Geest: maak ons voor zijn komst gereed. Alleluia.
De laatste strofe klinkt als een bede en spreekt Christus aan om ons zijn Helper te zenden die Hij ons beloofde. De paasboog mondt immers uit in het Pinksterfeest met de gave van de Geest aan de apostelen. De Geest die hen bewoont en maakt tot moedige getuigen van wat ze gezien en gehoord hebben. Ook wij hebben de Geest ontvangen bij ons doop en ons vormsel. Welke gaven van de Geest mochten we bij onszelf al ontdekken? Waren er zulke momenten, ontmoetingen waarvan we achteraf zeiden: ‘hier was Gods Geest aan het werk’?
Op die Geest komen we met Pinksteren zeker terug.
Dit lied is uitgezongen maar niet het lied van ons geloof in de Verrezen Heer. Laten we de hoop en het vertrouwen als christenen onder mekaar bemoedigen. De Heer is bij ons, niet alleen in deze Paastijd maar heel ons leven lang.
Pastor Guido
Kerk & Leven 2024 nr. 14
Zalig Pasen! Halleluja!
Het is wellicht de meest vreugdevolle boodschap die wij christenen elkaar kunnen wensen. Want wij zijn ‘paasmensen’, dragers van hoop ook, die over de afgrond van Goede Vrijdag heen, door de verrijzenis van Christus, Pasen mogen beleven.
Pasen is onze Hoop! Die woorden bewaar ik voor altijd uit de homilie die Marc Janssens in onze gemeenschapskerk hield enkele weken geleden. Er zal altijd Pasen zijn. Dat besef houdt me recht, ook in moeilijke ‘goede vrijdag’-momenten. Maar nu is de veertigdagentijd voorbij en eindelijk mogen we Pasen vieren.
Pasen, het feest van de verrijzenis, van de Verrezen Heer. Uit mijn kindertijd herinner ik mij heel goed het belang van het Licht tijdens de paaswake en het wijden van het water, maar ook de vele lezingen (die ik niet altijd goed begreep) met onder andere het merkwaardige verhaal van de weggerolde steen van het graf van Christus. Volgens sommigen zou daar de link te vinden zijn met de mooi beschilderde paaseieren die eerst in Oost-Europa ingang vonden en zo later ook bij ons kwamen. Een andere verklaring zou gebaseerd zijn op een legende van Simon van Cyrene. Hij zou in Jeruzalem geweest zijn om eieren op de markt te verkopen en onderweg zag hij Jezus die viel met het kruis op zijn rug. Simon stopte en hielp het kruis van Jezus te dragen. Maar misschien kent u nog een andere versie die verklaart waarom wij ieder jaar mogen genieten van chocolade-eitjes?
Nu ik wat ouder ben, begrijp ik natuurlijk veel meer van de lezingen uit de Paaswake. Het prachtige Evangelieverhaal van Johannes over de opstanding bijvoorbeeld. Simon Petrus en een andere leerling horen dat Jezus niet meer in het graf ligt en dan volgt: “Toen ging ook de andere leerling naar binnen, die het eerst bij het graf was aangekomen; hij zag en geloofde.” (Joh. 20, v.8). Hoe graag zou ik mij in die leerling willen herkennen. Wat een sterk geloof! Maar de verrijzenis van Christus is voor velen van ons een mysterie. Dan herken ik mij misschien wel meer in de andere leerlingen: “want de Schrift, die zegt dat Hij van de dood moest opstaan, hadden zij nog niet begrepen” (Joh. 20, v.9). Ze hadden het nog niet begrepen… dat mysterie van de verrijzenis, het mysterie van dood én opstanding. Vaak zien we de opstanding als een uitzien naar ‘het leven na dit leven’. Toch denk ik meer en meer dat verrijzenis ook veel te maken heeft met ons leven nu, het leven van elke dag, in onze gemeenschap, in onze stad. Want wij zijn geroepen om hoopvolle mensen te zijn in woorden én daden, elke dag opnieuw.
Die oproep klonk ook al tijdens de vastentijd waar we met aandrang gevraagd werden om onze ommekeer, ons bidden en onze zorg om de ander niet alleen te beperken tot die vastenperiode maar dat vooral ook na de veertigdagentijd te blijven verder doen. En dat kunnen we, als we ons laten dragen door de Verrezene. We staan er dus zeker niet alleen voor. Is dat geen hoopvolle gedachte! Zo kunnen we elkaar blijven helpen en steunen zelfs in dagen van twijfel. Daarenboven krijgen we de tijd om als paasmensen te groeien. Ook dat is een hoopvolle gedachte. We leren stap voor stap het mysterie van de heropstanding te doorgronden, de betekenis van Jezus’ sterven aan het kruis en Zijn verrijzenis te leggen op ons leven van iedere dag. We moeten niet te veel proberen het Paasmysterie te begrijpen. Het is iets wat we mogen ervaren als we er ons voor openstellen zoals in het lied dat we vaak zingen in de paaswake ‘De Heer is waarlijk opgestaan’. De paasboodschap is een levensopgave voor ieder van ons én voor iedere dag.
Zalig Pasen! Halleluja!
Ria V.A.
Kerk & Leven 2024 nr. 13
Bijzondere dagen naar Pasen toe
Vorige zondag hebben we de Goede Week ingezet met Palmzondag. De vreugde en de hoop mochten klinken maar ook reeds het lijden en de dood van Christus op het kruis.
De volgende dagen willen we met Hem meeleven en meevieren in het Triduüm dat morgenavond begint. We gedenken wat Hij voor ons deed en laten Hem niet alleen in deze laatste dagen van zijn leven.
‘Volg mijn voorbeeld’
Op de avond van Witte Donderdag zullen we Jezus horen en zien bij het breken van het brood en het ronddelen van de beker. Hij zal ook de voeten van zijn leerlingen wassen. Jezus geeft als het ware zijn levenstestament me, vooraleer Hij uit dit leven verdwijnt. Het vieren van de bevrijding uit de onderdrukking van Egypte wordt door Hem herijkt tot een nieuw verbond in zijn lichaam en zijn bloed. Tegelijk zo eenvoudig en tegelijk zo anders. Voor iedereen bereikbaar en toch zo groots en moeilijk te vatten. Jezus’ weg staat zo haaks op onze wereld. Hij klimt niet op maar daalt af en knielt neer en wordt dienaar van ons allen. Hij maakt zijn handen vuil aan de stoffige voeten van zijn leerlingen. Een krachtig teken dat hen ondersteboven haalde. Hij geeft ons een voorbeeld en nodigt ons heel uitdrukkelijk uit om hetzelfde te doen: mekaars voeten wassen. Hem gedenken doen we in het breken van het boord én in het dienen van de naasten, beiden horen samen. Zo zijn we met Hem verbonden in woord en daad.
De nacht en het kruis
De verbondenheid die de leerlingen met Jezus vierden krijgt nog dezelfde nacht een dramatische wending: Judas verraadt Jezus en met de kus van de vriendschap bezegelt hij Jezus’ lot. Ontsteltenis bij de overige leerlingen bij het gebeuren en angst voor hun eigen hachje doet hen op de vlucht slaan. Jezus blijft echter trouw aan zijn opdracht, Hij loopt niet weg. Met alleen een ontwapenende liefde kijkt Hij de dood in de ogen. Het gebed van net ervoor in de Hof van Olijven houdt Hem recht. Ook de sterke, onstuimige Petrus ontkent ook maar iets met Hem te maken te hebben. Het wordt totale nacht, donker en vijandig. In een schijnproces wordt Hij aan het kruis geschreeuwd. Wij vinden het onrechtvaardig nu, maar zouden wij op post gebleven zijn of ook het hazenpad gekozen hebben? We willen hem niet alleen laten en gaan zijn kruisweg mee en waken ’s avonds bij het kruis.
Stil treuren
Hoe voel je je als je een geliefde op een dramatische wijze verliest? Verloren, onderuit gehaald, immens verdrietig, machteloos, opstandig, stil, … Alles lijkt onwezenlijk en verloren voor de leerlingen. Wat een groots Paasfeest had kunnen worden is op een fiasco uitgedraaid. Heeft God, Jezus en de wereld losgelaten? Ze begrijpen het nog niet. Er wordt stil getreurd en gewaakt. Ook wij willen op die Stille Zaterdag rust en stilte bewaren.
Waken bij de dode Jezus en waken bij het lijden van de wereld vandaag. Niet wegkijken maar het kwaad in de ogen zien en bidden dat God het onrecht keert, Zijn licht in al het duister laat schijnen.
Het leven breekt door
De voorbije weken zijn we de lente ingestapt. Licht en warmte doen de natuur doen de natuur met rasse schreden verder openbloeien. Telkens opnieuw leert de natuur ons dat het leven niet stopt bij de winter. Gods schepping is een leerschool, een hulp voor ons geloven. Tijdens de Paaswake vieren we dat God, dood en nacht weer ombuigt naar leven en licht. We ontsteken licht in het geloof dat Gods liefde sterker is dan al het duister van onze wereld, we hernieuwen ons geloof en we laten ons besprenkelen met het doopwater om herboren te worden tot nieuwe mensen. Zoals je na een ziekte of operatie weer geneest en herrijst; zoals je vergeven wordt en opnieuw mag beginnen, weer rechtop komt en met nieuwe ogen kan kijken en bekeken worden. Het oude is voorbij, nieuw leven wordt ons aangereikt. Met en in Christus staan we op en worden Paasmensen, mensen van licht en leven, voor velen rondom ons.
Wij wensen jullie allen een Zalig en Gezegend Paasfeest!
Vertrouw dat het goed komt want Hij is ons voorgegaan.
Moge de vreugde van de verrezen Christus de onze worden!
Uw pastores Tony, Gino, Mariette, Chris, Johnny, Peter en Guido
Kerk & Leven 2024 nr. 12
Palmzondag 2024
Met Palmzondag vieren we de Blijde Intrede van Jezus in Jeruzalem. Ook vandaag nog herdenken de Christenen in Jeruzalem dit vreugdevol moment, samen met vele pelgrims uit de ganse wereld. Bij die gelegenheid vertrekken ze symbolischerwijze vanuit de Hof der Olijven waar Jezus eerste heeft gevochten met zijn zeer speciale roeping, zijn Kruis op te nemen om zo mensen de weg naar de Verlossing te tonen. Ook wij zijn geroepen ons kruis te dragen, en dit niet alleen voor ons zelf maar ook voor onze medemensen door onszelf steeds weg te cijferen en te zoeken hoe we anderen kunnen helpen met de gaven die we van God hebben ontvangen.
Bij de blijde intrede van Jezus trokken mensen bladeren van de palmbomen en zwierden daar heftig mee. Tweeduizend jaar lang gaat die gewoonte verder, elk land met haar eigen gewoonte. Zo gebruikt men bijvoorbeeld in de Filippijnen een mooi gevlochten palm. Die worden door de armen van de buurt gemaakt en te koop aangeboden aan de gelovigen. Op het einde van de viering komt men dan iedereen naar voren, en houdt men de gevlochten palmtak goed in de lucht. Als de priester dan klaarstaat om met het wijwater die palmtakken te zegenen, dan schudt iedereen heftig met die palmtakken om toch maar zeker zo veel mogelijk wijwater te kunnen opvangen. Dit geeft een zeer mooi effect geeft, alsof iedereen dorstig is naar genade. In Kameroen maakt men palmtakjes in de vorm van kruis. Ook dat is zeer symbolisch want Palmzondag is toch altijd verbonden met dat wat gaat komen, de kruisiging van Jezus.
Het begin van de viering van Palmzondag is de lezing van de Blijde Intrede dat buiten het kerkgebouw wordt gehouden, en dan vandaar gaat men samen in processie de kerk binnen terwijl men “Hosanna, Hosanna” juicht en vreugdevol met de palmtakken zwiert. Het is een zeer vreugdevol gebeuren. De Messias is niet alleen geboren, maar is nu ook werkelijk naar Jeruzalem gekomen! Nu zal het heil aanbreken. Doch, hoe weinig waren de mensen in zijn tijd bewust van wat er zich erna ging afspelen? En hoe weinig weten wij soms van wat er in de wereld omgaat en wat er op ons afkomt? We hoeven geen onheilsprofeten te worden, maar toch enigszins steeds in het achterhoofd houden dat de vreugde van vandaag misschien niet lang zal duren en dat er een moment van verdriet, onrust, ziekte, en andere kan komen. Is dat een reden om dan te denken “pluk de dag”? Ook weer niet, maar toch bewust leven zodat men klaar is als er onheil optreed. Jezus was zich tenvolle bewust dat de vreugde van de mensen op die dag niet lang ging duren. Toch liet hij deze vreugde geschieden. Het is juist door de vreugdevolle momenten op de juiste wijze te beleven dat men sterk staat wanneer de moeilijke momenten komen: kinderen die volwassen worden en het ouderlijk huis verlaten, een partner waar men 40 of 50 jaar mee heeft samengeleefd die plots overlijdt, de gezondheid die het aflaat, enzovoort. Dankbaar zijn voor de dag en klaar staan voor de dag van morgen. Laten we deze Goede Week met vreugde ingaan, ingetogen het Tridium van Jezus meebeleven, om erna te delen in de Paasvreugde van alle gelovigen: Christus de Heer is verrezen!
Pastor Peter
Kerk & Leven 2024 nr. 11
Feest van Sint-Jozef, als bruidegom van de maagd Maria
Op 19 maart vieren we volgens de kerkelijke kalender Sint-Jozef “als bruidegom van de maagd Maria”. In onze gemeenschapskerk in Evere is er dan ieder jaar uitzonderlijk een tweetalige viering. Dat komt omdat Jozef de patroonheilige is van de kerk aan het de Paduwaplein in Evere. Zowel Franstaligen als Nederlandstaligen komen dan samen om de Heilige Jozef te vieren. Het is een mooie gelegenheid tot ontmoeting van de beide taalgemeenschappen.
Maar wie is deze patroonheilige eigenlijk? Daar had ik nog niet zo vaak bij stil gestaan moet ik eerlijk toegeven. Ik ken Jozef natuurlijk wel uit de Evangelieverhalen. Hij is timmerman en woont in Nazareth. Hij is een rechtschapen mens en hij zorgt goed voor Maria en haar kind.
De verering van Jozef van Nazareth zou ontstaan zijn in de 5e eeuw in het Oosten en heeft zich pas vanaf de vroege Middeleeuwen verspreid naar het Westen. In 1479 werd de viering van het feest van Sint Jozef ingevoerd in Rome op 19 maart en daarna in 1621 opgenomen in de universele Romeinse kalender als verplichte feestdag. Maar genoeg jaartallen! Wat vieren we eigenlijk?
Een kleine zoektocht leerde mij dat de heilige Jozef zelfs op verschillende dagen en in verschillende ‘hoedanigheden’ wordt gevierd. Sint Jozef is inderdaad een veelzijdig man! Dat vond ik een heel fijne ontdekking. Op 19 maart vieren we de heilige Jozef als bruidegom van Maria. We kennen Jozef ook allemaal als de timmerman, als patroon van meubelmakers, van opvoeders ook, bij oogaandoeningen en ja zelfs als patroon van hopeloze zaken! En misschien kent u er nog meer?
Zelf vind ik het feest van Jozef, als ‘voedstervader’ van Jezus nog mooier. Ik moet daaraan denken omdat ik mij een heiligenprentje herinner. Toen ik in de kleuterschool zat (dat is héél lang geleden) en ik ‘braaf’ was, dan kreeg ik van zuster Joanna een ‘prentje’. Misschien kreeg u dat ook ? Dan was u ook een ‘braaf’ meisje of een brave jongen. We noemden het dus een “prentje” omdat er altijd een mooie afbeelding van een of andere heilige op stond en op de keerzijde stond een mooi gebed. Al kon ik dat toen nog niet lezen, ik was altijd heel blij met een prentje en ik heb ze lang allemaal bewaard. Zonder twijfel was Sint Jozef daar ook bij en ik herinner mij heel goed dat hij meestal werd afgebeeld als “voedstervader” met het kindje Jezus op de arm.
Voedstervader is een oud woord. Pleegvader kennen we beter. Vandaag zouden we ook ‘pluspapa’ kunnen zeggen. Nu er zoveel nieuw samengestelde gezinnen zijn, is die naam bedacht voor de vaders die zorgen voor de kinderen (uit een vorig huwelijk) van hun partner. En dat lijkt me niet altijd gemakkelijk maar heel veel mannen doen het. En vaak héél goed zelfs.
Aangezien Sint Jozef gezien wordt als de ideale vader, vieren sommige landen op die dag, 19 maart dus, Vaderdag. Dat is vooral in de zuiderse landen zo. In Italië, Spanje, Portugal en sommige Midden- en Zuid-Amerikaanse landen vieren ze dan San Jose. Maar ook in ons land zou men in Antwerpen en in de Kempen op die dag Vaderdag vieren.
Maar ik vond een veel toffer initiatief terug in de Westhoek! Het stond zelfs aangekondigd in dit eigenste blad. Een Sint-Jozefstocht tussen abdijen! Op dinsdag 19 maart organiseren ze al de 14e editie! Ze gaan op stap onder mannen! Mannen die gelovig zijn, mannen die zoekend zijn, mannen die gewoon nieuwsgierig zijn. Het thema van dit jaar is ‘Zoek de Heer en zijn sterkte. Hij zegent en behoedt je’. Ze wandelen van de ene trappistenabdij naar de volgende. Start van de tocht aan de abdij van Westvleteren met de lauden en ze eindigen in de abdij van de Katsberg in Frankrijk. Wie wil kan ook aansluiten onderweg in Poperinge waar er om 10 uur een eucharistieviering is.
Jammer dat ik niet mee mag! Maar laat u niet tegenhouden! U bent zeker welkom. En de Heilige Jozef begeleidt u.
Ria V.A.
Kerk & Leven 2024 nr. 10
Broederlijk Delen 2024
Samen voor rechtvaardigheid werkt aanstekelijk!
Vastentijd en Broederlijk Delen zijn al heel wat jaren nauw met mekaar verbonden.
In het evangelie op Aswoensdag hoorden we: ‘Pas op dat jullie je gerechtigheid niet doen voor het oog van de mensen, om door hen gezien te worden.’ (Mt.6,1)
De wereld kent de ene crisis na de andere en we voelen het zelf. Maar het is ook duidelijk dat de lasten ongelijk verdeeld zijn. Het zijn vooral de armste en meest kwetsbare landen die het hardst getroffen worden, en dan hoor je vaak zeggen dat iedere poging tot verandering hopeloos is. Je zou je dus voor minder afvragen: een echt verschil maken kan dat?
‘Met Broederlijk Delen willen we samenwerken aan een wereld waarin ieder mens meetelt, een wereld zoals God hem droomt. Een rechtvaardige en duurzame wereld zonder ongelijkheid waar geen mens honger lijdt, verdrukt wordt of op de vlucht moet.
Als 25% van de mensen ervoor kiest om te delen en te herverdelen, is dat genoeg om het 100% anders te doen. Wij hier slaan de handen in elkaar om samen te werken en deel te worden van de 25%. Zo maken wij die wereld mogelijk.
Daarbij, samen werken aan rechtvaardigheid werkt aanstekelijk!’
Samen werken is ook het wat boerenfamilies in Congo, het land dat dit jaar centraal staat in de campagne, doen. Ongeveer zeventig procent van alle Congolezen leeft in rurale gebieden. Zij zijn voor hun voeding én inkomen in grote mate afhankelijk van familiale landbouw. Een familie boert op kleine stukken grond, gemiddeld een hectare groot.
Een zeer groot deel van de beschikbare landbouwgrond is echter niet in handen van de boeren. Hoe kan dit? Waarom kampen ruim 26 miljoen Congolezen met voedselonzekerheid. Grond verwerven is geen eenvoudige zaak in Congo!
Alle grond (en de ondergrond) is exclusief eigendom van de staat. Als eigenaar van de grond bepaalt de staat welke functie de grond krijgt.
Als boer heb je twee mogelijkheden om toegang tot grond te krijgen: je kan een officiële, permanente concessie bekomen via de overheid, maar dat is een duur, tijdrovend en complex proces. De andere manier is via het ongeschreven traditioneel recht van de gemeenschap waarbij de lokale autoriteit de grond toewijst, wat nooit permanent is en de boeren, zeker de vrouwen, in een kwetsbare positie plaatst.
Daarnaast is er ook nog het probleem van landroof door buitenlands multinationals en door Congolese politieke en economische elites.
De organisaties waar Broederlijk Delen mee samenwerkt proberen dit systeem aan te klagen en om te vormen. Zij versterken de boerenfamilies en plaatsen hun eisen en rechten op de politieke agenda. Dit samenwerken gebeurt op lokaal, provinciaal en nationaal vlak.
Bijvoorbeeld: op dorpsniveau verenigt een ‘boerenorganisatie’ 15 tot 25 boerengezinnen om concrete oplossingen te bedenken voor problemen, om samen te onderhandelen over toegang tot grond, om de leefomgeving van de gemeenschap te verbeteren en om agro-ecologische praktijken in te voeren zoals het planten van klimaatbestendige gewassen met hoog rendement.
De (geweldloze) strijd is nog niet ten einde. Een sterke boerenbeweging heeft steun nodig, ok vanuit het buitenland. Broederlijk Delen maakt graag deel uit van die beweging en ondersteunt en versterkt ze.
Voor deze projecten en zovele andere vraagt Broederlijk Delen onze financiële steun.
Daarom een warme oproep om de projecten te steunen met de collectes op zondag 10 maart en zondag 24 maart. Heel veel dank voor uw steun!
Pastor Chris
(Bron: achtergronddossier campagne 2024)
Kerk & Leven 2024 nr. 09
Zijn liefde zal ons drijven …
Zijn liefde zal ons drijven …
Telkens als we samenkomen op zondag om te vieren, bidden en zingen we. Een viering zonder zang − vroeger een ‘gelezen mis’ genoemd – zouden we wellicht vreemd vinden op zo’n dag. Zingen laat ons immers nog meer deelnemen aan het liturgisch gebeuren en in de volksmond zeggen we dat ‘zingen, twee maal bidden is’. Het zingen neemt een belangrijke plaats in binnen ons kerkelijk samenkomen. Wat gaan we dan zingen? Degenen onder u die voor zang en begeleiding instaan, weten dat dit wel wat voorbereiding vraagt. Er zijn de muzikale suggesties bij de liturgie maar daarvan zijn niet altijd alle liederen gekend in de lokale gemeenschap. Elke vierende gemeenschap heeft zo haar eigen repertorium waarop men vaak terugvalt. Het is dan ook een uitdaging om eens een nieuw lied te introduceren. Er is niet alleen de melodie die mooi, aantrekkelijk en makkelijk aan te leren moet zijn maar er is ook de tekst die betekenisvol moet klinken en liefst aansluit bij het thema van de schriftlezingen.
Staat op en weest niet bang
Zo kwam ik in de suggesties voor de komende zondag uit bij dit lied: ZJ 442: Staat op en weest niet bang, tot nu voor mij onbekend. Het wordt aanbevolen voor bij de zending. Het kan ook later gezongen worden in de paastijd. De tekst is van Paul Begheyn en de muziek van Willem Vogel.
Staat op en weest niet bang. Hij heeft ons aangeraakt. Staat op en weest niet bang.
Het refrein doet ons wellicht al meer denken aan de verschijningsverhalen na Pasen maar ook bij het gebeuren op de Taborberg raakt Jezus zijn leerlingen aan en zegt dat ze niet bang moeten zijn. Tenminste zoals Mattheüs het beschrijft. Zondag lezen we uit Marcus die veel beknopter is en hij vermeldt dit niet. Laten we even naar de strofen gaan kijken.
Hij heeft ons meegenomen ver van het alledaagse om vrij en onverdeeld te wonen in zijn dromen.
Jezus brengt zijn naaste leerlingen boven op een berg, inderdaad ver van het alledaagse. Op een bergtop hoor je zelden nog geluiden uit het dal. Er is stilte en in die stilte kan er wat gebeuren. In de veertigdagentijd worden we uitgenodigd om de stilte op te zoeken. Daar kunnen we zijn stem horen, als alle ruis wat verdwenen is. Daar kunnen we wonen in zijn dromen. Onverdeeld, dus één en al oor voor Hem. De leerlingen mogen daar al een glimp opvangen van wie Jezus is, in Hem de droom van God ontdekken.
Wij zien Hem in de ogen, hervinden onze oorsprong, gekoesterd door zijn zon. Zijn licht is mededogen.
Als we zo dicht tot Hem naderen, Hem ontmoeten ‘van aangezicht tot aangezicht’ dan zijn we ook bij onze diepste kern gekomen. Daar waar God in ons het leven heeft gelegd, daar waar Hijzelf in ons leeft. Daar is licht en dat licht schijnt mild en barmhartigheid. Het is mededogen zegt de tekst. Veertigdagentijd is in dat licht durven gaan zitten zoals we zijn, met onze schaduwkanten, met ons kwaad. Zonder angst want voor Gods liefde hoeven we niet bang te zijn.
Hij is de welbeminde, de door God zelf gewilde zoon, Jezus, mensenkind. Zijn stem weet ons te vinden.
Op die berg mogen de leerlingen ontdekken wie Jezus echt is. Er klinkt een stem die Hem de welbeminde Zoon noemt. Gods Zoon maar ook mensenkind, de zoon van Jozef en Maria. Vreemd en toch ook vertrouwd. Iemand die nabij is. Zijn stem weet ons te vinden: is het de stem van God of die van Jezus, of beiden? Zeker is dat ze ons bereikt. Deze veertigdagentijd is een uitgelezen tijd om ze te onderscheiden tussen de vele andere stemmen die onze aandacht opeisen en er gehoor aan te geven.
Wij kunnen hier niet blijven, de wereld roept ons wakker, Jezus gaat voor ons uit; zijn liefde zal ons drijven.
Het lijkt of de leerlingen hier zelf aan het woord zijn: ‘wij kunnen hier niet blijven’. Neen, geen tenten bouwen om dit uitzonderlijke moment vast te houden maar de berg af, terug naar de wereld die wacht. Daar zijn de mensen die uitkijken naar een bemoedigend woord, een schouderklop, een helend gebaar. Jezus zelf leidt zijn leerlingen naar beneden. In deze veertigdagentijd gaat Hij ook ons voor naar mensen in nood, mensen die opkomen voor hun rechten, mensen die geen stem meer hebben, mensen op zoek naar zin. Zijn liefde begeleidt ons, laat dat onze bron zijn.
Misschien zingen we dit lied helemaal niet volgende zondag maar laat de tekst ons maar inspireren in de komende weken. Een sterke veertigdagentijd verder!
Pastor Guido
Kerk & Leven 2024 nr. 08
Godly Play helpt je om over geloof te spreken
In 2016 maakte ik kennis met Godly Play. Vanaf het eerste moment ben ik er zo door geraakt dat het sindsdien een stukje van mijn leven is geworden. De manier van verhalen vertellen boeit mij zo omdat het tegelijk zo eenvoudig en speels is en tegelijk zo diep gaat. Op maat van iedereen, waar je op dat moment ook staat in je gelovig op weg gaan. Hieronder probeer ik het “wat” en “hoe” uit te leggen. Het echt beleven kan natuurlijk pas als je het zelf ervaart.
Godly Play is ontwikkeld door de Amerikaanse theoloog Jerome Berryman, een pastor die werkte op de palliatieve dienst van bij kinderen. Hij zocht een manier om met weinig woorden Gods nabijheid zichtbaar en tastbaar te maken. Vanuit zijn twintig jaar lange ervaring is deze methode gegroeid.
Nederland en Vlaanderen hebben zo’n tien jaar geleden kennis gemaakt met Godly Play.
Scholen gebruiken de methode maar ze komt ook van pas in de catechese en kindernevendiensten, in het gezin maar ook bij vorming van pastorale ploegen of op andere bezinningsmomenten. Sinds kort zijn vertellers gestart in woonzorgcentra, zelfs bij dementerende bewoners.
Het is een vernieuwende, creatieve en manier om parabels en Bijbelverhalen te verkennen met kinderen en volwassenen. De manier van vertellen en het beleven van een Godly Play prikkelt de goesting om met het Bijbelverhaal of parabel aan de slag te gaan. Het helpt jong en oud een taal te vinden om vanuit het “verhaal” het geloof ter sprake te brengen. Niets moet, er zijn geen foute antwoorden en de stilte momenten zijn dankbare momenten die het nog onzegbare van binnenuit bewerken. Vanuit het geloof dat kinderen/mensen God kunnen ervaren voor ze er woorden voor hebben blijven we de oeroude verhalen vertellen en laten we God zijn werk doen in ieder die zich er voor open stelt. Op die manier kan de natuurlijke spiritualiteit tot bloei komen. De manier van vertellen spreekt de nieuwsgierigheid en de verbeelding aan. Zo ontdek je gaandeweg de rijkdom en de betekenis van de verhalen.
Heel veel woorden om te omschrijven wat Godly Play is en toch kan je de pointe pas echt vatten als je het zelf eens hebt meegemaakt.
Daarom nodig ik je graag uit in onze nieuwe Godly Play ruimte in het Vicariaat in de Vlasfabriekstraat. Hou het in de gaten, als het lukt organiseren we dit werkjaar nog een "Kom en Zie" in ons gloednieuwe lokaal. De foto's lichten al een tipje van de sluier op.
Pastor Mariette
Kerk & Leven 2024 nr. 07
Aswoensdag? Een askruisje?
Met aswoensdag starten we in de kerk de veertigdagentijd. Het is een dag van inkeer, bezinning, boete en bekering. De dagen ervoor is het karnaval en de avond ervoor is het vastenavond. Na de uitbundigheid komt nu de ingetogenheid. Aswoensdag valt zeven weken vóór de Goede Week. Veertig dagen om precies te zijn, als je de zondagen niet meerekent. In werkelijkheid duurt de veertigdagentijd dus eigenlijk 47 dagen. In de liturgie van aswoensdag worden we getekend met as. Ofwel wordt deze as over ons hoofd uitgestrooid (vanouds in de Bijbel een symbool van boetvaardigheid), ofwel wordt ze als kruisje op ons hoofd geplaatst. Deze as is afkomstig van de verbrande palmtakjes die in de palmzondagviering van het voorbije jaar werden gezegend en het afgelopen jaar het kruis in onze huiskamers hebben versierd. Als symbool betekent het dat de takjes van jubel en vreugde verbrand moeten worden − door de dood heengaan − om tot teken te worden van het kruis, de dood en de verrijzenis. Wanneer de gelovigen het askruisje ontvangen zegt de priester gewoonlijk 'gedenk, mens, dat je stof bent en tot stof zult wederkeren'. Deze zin is afkomstig uit Genesis 3, 19, woorden die God uitspreekt op het moment dat hij de mens verdrijft uit de tuin van Eden. Het zijn woorden die ons oproepen tot berouw en inkeer. In de vernieuwde liturgie mag de priester ook zeggen 'Bekeer u en geloof in de blijde boodschap', afkomstig uit het begin van het Marcusevangelie (Mc 1, 15). Deze woorden belichten dan eerder de uitnodiging om tijdens de komende veertigdagentijd meer werk te maken van onze relatie met God en meer en meer in te gaan op Zijn uitnodigende liefde (is het feit dat hij ons liefheeft trouwens niet de 'blijde boodschap' bij uitstek?). Vanouds is het zich bestrooien met as ook een teken van reiniging. Vandaar dat het askruisje ook een symbool is om bij het begin van de veertigdagentijd ons te bekeren en nieuwe wegen te gaan. Tijdens de liturgie van aswoensdag zijn de twee lezingen (Joël 2, 12-18 & 2 Kor 5, 20 - 6, 2) een oproep tot bekering en verzoening en het evangelie (Mt 6, 1 - 6.16-18) waarschuwt ervoor om het geven van aalmoezen, het bidden en het vasten niet te doen opvallen. Aswoensdag is in de katholieke kerk ook een verplichte vastendag, net zoals ook Goede Vrijdag dit is. Dit betekent dat alle gedoopten tussen 18 en 60 jaar uitgenodigd worden om op die dag slechts één volledige maaltijd tot zich te nemen.
Pastor Gino
Kerk & Leven 2024 nr. 06
11 februari: Onze-Lieve-Vrouw Van Lourdes en Wereldziekendag
“Op 11 februari 1858 verscheen Onze Lieve Vrouw voor het eerst aan Bernadette Soubirous aan de grot van Massabielle in Lourdes.” Deze inleidende zin van dit artikel klinkt sober en feitelijk, maar toch is het niet helemaal ‘zo’ geweest in de waarneming van Bernadette. Laat ons opnieuw beginnen.
Wat gebeurde er op die bewuste dag?
Donderdag 11 februari 1858. Het is een nevelige dag en de 14-jarige Bernadette, de oudste dochter van gewezen molenaar François Soubirous en Louise Castérot, merkt op dat er geen hout meer is in hun miserabele woonplaats, het cachot – een eigenlijk onbewoonbaar lokaaltje van de vroegere gevangenis waar tevoren Spaanse seizoensarbeiders sliepen. Haar jongere zus Toinette en hun vriendin Jeanne Abadie, Baloum genaamd, gaan beenderen en hout zoeken. Mama roept nog dat Bernadette niet moet meegaan omdat ze angst heeft dat de mist geen deugd zal doen aan de astma van haar oudste dochter. Maar Bernadette gaat toch. Uiteindelijk gaan ze naar de Massabielle, opzij van de rivier de Gave. Een stuk ‘gemeenschappelijke grond’ zodat niemand hen kan betichten van diefstal. Wanneer Bernadette haar eerste kous uittrekt om een kanaaltje te kunnen oversteken en tot aan de Grot te kunnen gaan waar ze hout en beenderen hadden gezien, hoort zij een geruis dat leek op een windvlaag en richt zij haar hoofd op in de richting van de Grot. Daar ziet ze een zacht licht en in dat licht, een glimlach. Een mooi, jong meisje, in het wit gekleed, opent haar handen en doet teken alsof ze wil zeggen: kom dichterbij. Bernadette overkomt een soort vrees, niet om te vluchten, want ze wil niets liever dan daar blijven. Ze wrijft zich verschillende malen in de ogen om zeker te zijn dat ze niet droomt. En telkens ze haar ogen opent, ziet ze dezelfde verschijning met haar glimlach. Dan zoekt ze haar rozenkrans, wil een kruisteken maken, maar Bernadette kon haar hand niet bewegen. Dan maakt de verschijning een kruisteken en dan kon ook Bernadette er één maken. Al haar angst is weg. Ze knielt en samen bidden ze de rozenkrans. De dame bewoog de bolletjes van haar rozenkrans, maar niet haar lippen. Toen de rozenkrans ten einde gebeden was, deed de dame teken om dichterbij te komen, maar Bernadette durfde niet. En plots was de dame weg.
Mee als begeleider
Dit is het volledige relaas van de eerste verschijning gebaseerd op de historische getuigenissen zoals opgetekend in ‘Vie de Bernadette’ van René Laurentin, een biografie van de H. Bernadette die ik in augustus vorig jaar van de organisatoren van de diocesane Lourdesbedevaart had gekregen. Ik had me namelijk opgegeven als begeleider van een wandeling naar de schaapsstal van Bartrès waar Bernadette het jaar voor de verschijningen als herderin ging werken en ik moest toch iets weten van haar leven. Dat boek heb ik met veel plezier en interesse gelezen. En tezamen met de film ‘Je m’appelle Bernadette’ van Jean Sagols (2011) gaf dit een zeer eerlijke kijk in het leven van Bernadette. Ik heb daardoor alleen maar meer bewondering voor haar gekregen.
Verschillende ontmoetingen
Maar even terug naar de eerste verschijning. Bernadette noemt de dame consequent in haar dialect Aquerò – ‘dat’ (Een alternatieve interpretatie is ‘die daar’.) tot de dame uiteindelijk op 25 maart, tijdens de 16de van de in totaal 18 verschijningen, haar naam meedeelt: “Que soy era immaculada councepciou” − Ik ben de Onbevlekte Ontvangenis”. En het is ook opvallend dat Onze Lieve Vrouw tijdens de 18 verschijningen (van 11 februari tot 16 juli 1858) maar vijf keer iets gezegd heeft (plus twee keer een boodschap enkel voor Bernadette):
- 18 februari: “Wilt u mij het genoegen doen om hier gedurende veertien dagen naar toe te komen?” Vervolgens zegt de Dame: “Ik beloof u niet u gelukkig te maken in deze wereld, maar in de andere.”
- 24 en 25 februari: “Boetvaardigheid! Boetvaardigheid! Boetvaardigheid! Bid God voor de zondaars! Ga de grond kussen als teken van boete voor de zondaars!” “Zij zegt me te gaan drinken aan de bron (…)”
- 2 maart: “Ga aan de priesters zeggen dat men hier in processie naar toe komt en dat men hier een kapel bouwt.” En tenslotte op 25 maart haar naam.
Het wonderlijke van Lourdes
Het wonder van Lourdes zit hem dus in de éénvoud: boetvaardigheid, water drinken, rozenkrans bidden, in processie gaan, een kapel bouwen. Het wonder van Lourdes zit hem dus niet in vele woorden of grote toespraken of mysteries, het zit hem in het doen, erbij te zijn, het mee te maken. Dat alles maakt dat je een Lourdesmens wordt: doorgang door de grot, kaarsprocessie, ritueel van het water, Sacramentsprocessie. En dat in een omgeving waar waarachtig de zieke centraal staat, de beste plaatsen krijgt. En ja, er zijn al heel veel genezingen gebeurd en er zijn er 70 die de bisschop van de woonplaats van de genezene als mirakel erkend heeft. Maar de genade van Lourdes is zoveel groter en rijker. Ik moet maar terugdenken aan de blijvende vriendschap die gegroeid is tussen de bedevaarders van Aleidis, dat is een geschenk van Onze Lieve Vrouw.
Wereldziekendag
11 februari is ook Wereldziekendag. Het was Paus Johannes Paulus II die in 1992 dit feest heeft ingesteld omdat op die dag de gedachtenis wordt gevierd van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes als Salus infirmorum (Heil van de Zieken). De toenmalige paus vond het een geschikte dag om speciaal te bidden voor zieken en voor de zieken zelf om hun lijden aan God te offeren. In zijn boodschap voor de Wereldziekendag van dit jaar schrijft Paus Franciscus: “Het is niet goed dat de mens alleen is (Gen. 2, 18). God, die liefde is, heeft ons vanaf het begin voor gemeenschap geschapen. Hij voorzag ons van een aangeboren vermogen om relaties aan te gaan. Ons leven, dat het beeld van de Drie-eenheid weerspiegelt, is bedoeld om tot vervulling te komen in een netwerk van relaties, vriendschap en wederzijdse liefde. We zijn geschapen om samen te zijn, niet om alleen te zijn. Dit streven naar gemeenschap is zo diep verankerd in ons menselijk hart dat de ervaring van verlatenheid en eenzaamheid angstaanjagend en pijnlijk kan zijn, soms zelfs onmenselijk. Dit gevoel wordt vaak versterkt in tijden van kwetsbaarheid, onzekerheid en onveiligheid, zoals bij het begin van een ernstige ziekte. […] Het is cruciaal om te benadrukken dat zelfs in landen waar vrede heerst en die over voldoende middelen beschikken, senioren en zieke mensen vaak eenzaam zijn en zelfs in de steek gelaten worden. Deze trieste realiteit is voornamelijk het gevolg van een individualistische cultuur, die productiviteit boven alles stelt, de mythe van efficiëntie cultiveert en zelfs meedogenloos wordt wanneer mensen niet langer het tempo kunnen bijhouden. Dit leidt tot een wegwerpcultuur waarin mensen niet langer worden gezien als een hogere waarde waarvoor gezorgd moet worden en die gerespecteerd moeten worden, vooral dan wanneer ze arm en gehandicapt zijn, ‘nog niet nuttig’ − zoals de ongeborene − of 'niet langer nuttig' − zoals de bejaarde.”
Straffe taal, maar geef hem eens ongelijk!
Beste parochianen, brand op 11 februari gerust een kaars, bid de rozenkrans en geef aandacht voor de zieke en eenzame medemens. Laat het Lourdeswonder gerust toe in je hart.
Diaken Dirk
Kerk & Leven 2024 nr. 05
Presentatie van Christus in de tempel (Maria Lichtmis)
Maria Lichtmis is een mooi moment voor ouders die het doopsel van hun kind(eren) herinnert. De ouders van Jezus gingen naar de tempel met hun 40 dagen oud kindje, Jezus. Op dezelfde wijze brengen ouders ook vandaag hun kindje naar de kerk om het aan God op te dragen in het bijzijn van familieleden en vrienden. Altijd een hartverwarmend gebeuren. Vele parochies vieren ook met Lichtmis de dopelingen van het afgelopen jaar.
Op Maria Lichtmis worden traditioneel kaarsen gewijd en een kaarsenprocessie gehouden vóór de mis; vandaar de naam lichtmis. Ook met het doopsel wordt de doopkaars aangestoken. De doopkaars is het symbool van het licht van Christus en de nieuwe levensweg die het kind begint. De oudste vermelding van doopkaarsen dateert reeds uit de 4e eeuw na Christus.
In het evangelieverhaal van Maria Lichtmis staat de ontmoeting van de wijze Simeon en profetes Hanna met het kindje Jezus centraal. Simeon en Hanna hebben veel geduld moeten hebben voordat ze de langverwachte redder in hun armen als kind konden sluiten. Ook voor ouders vandaag die pas op hogere leeftijd toch hun eerste kleinkind in de handen mogen nemen is dat een ontroerend tafereel.
De lofzang van Simeon, het Nunc demittis, is een van de drie grote lofzangen van het Nieuwe Testament. Zoals het Benedictus en het Magnificat heeft ook deze lofzang een vaste plaats veroverd in de dagelijkse getijdengebeden. In de Willibrordvertaling klinkt het als volgt:
Uw dienaar laat Gij, Heer, nu naar uw woord in vrede gaan:
mijn ogen hebben thans uw Heil aanschouwd,
dat Gij voor alle volken hebt bereid;
een licht dat voor de heidenen straalt,
een glorie voor uw volk Israël.
Het doet ons dromen naar het einde onzer dagen, waar we in vrede kunnen heengaan met de zoete gedachte dat we Jezus in ons leven hebben ontmoet en zo nooit alleen op stap zijn gegaan. Als priester heb ik al verscheidene keren getuige mogen zijn bij het overlijden van een gelovige dat na het samen opzeggen van het Onze Vader de persoon in alle vrede ontslaapt.
Lichtmis is daarom niet alleen een feest voor de kinderen maar ook van ons geloof in Jezus Christus, een licht in ons soms zo woelig leven, een ster die ons richting geeft. Jezelf kennen is al een grote opdracht in het leven, maar daarenboven ook Jezus kennen en zijn lering volgen is misschien nog een grotere opdracht. De “opdracht” van Jezus in de tempel door de ouders is een voorbeeld om ook onze opdracht als christen au serieux te nemen.
Pastor Peter
Kerk & Leven 2024 nr: 04
Het geloof
In een wereld die voortdurend verandert, waarin technologische vooruitgang en culturele verschuivingen elkaar snel opvolgen, blijft het geloof in Jezus Christus voor veel mensen een bron van kracht, troost en richting. Het geloven in Jezus in de huidige maatschappij omvat diverse perspectieven, praktijken en uitdagingen die de relatie tussen geloof en moderne samenleving weerspiegelen.
Evolutie
Eén aspect daarvan is de evolutie in de religieuze praktijken. Terwijl traditionele kerkgemeenschappen nog steeds een belangrijke rol spelen, hebben veel mensen alternatieve manieren gevonden om hun geloof te beleven, zoals onlinediensten, spirituele groepen of informele bijeenkomsten. Dit weerspiegelt de behoefte aan flexibiliteit en toegankelijkheid in het uitoefenen van het geloof te midden van een drukke en dynamische levensstijl. Er zijn nu ook missen te volgen via sociale media zoals YouTube en TikTok. Je kan bijvoorbeeld elke zondag de mis in Jette live op YouTube volgen. In België is deze trend nog maar in zijn beginfase. Misschien kan het jonge mensen wel helpen meer aansluiting te vinden bij de kerk en ouderen toch nog de mogelijkheid geven om hun geloof te onderhouden.
Ethiek, sociale rechtvaardigheid en politiek engagement
Daarnaast roept het geloven in Jezus in de moderne samenleving vragen op over ethiek, sociale rechtvaardigheid en politiek engagement. Veel gelovigen voelen zich geroepen om zich in te zetten voor sociale kwesties zoals armoedebestrijding, ongelijkheid, mensenrechten en klimaatverandering, geïnspireerd door de boodschap van naastenliefde, compassie en rechtvaardigheid die Jezus predikte. Ethiek, sociale rechtvaardigheid en burgerzin zouden vandaag, als we de berichten in de media mogen geloven, verloren waarden zijn. Iedereen wil zijn éigen rechten laten gelden en niet meer die van iederéén. Wij christenen weten dat Jezus op het kruis zei: “Vader, vergeef het hun. Want ze weten niet wat ze doen!” (Lukas 23,34). Vergeven blijft een mooie en belangrijke boodschap. De wereld zou er anders uitzien als onze leiders het volgende zouden toepassen: “Spreek geen oordeel uit, dan zal er over u ook geen oordeel uitgesproken worden. Veroordeel niemand, dan zult u ook niet veroordeeld worden. Vergeef en u zult vergeven worden” (Lukas 6,37).
Erover vertellen
Het geloven in Jezus wordt ook uitgedaagd door een materialistische wereld. Sommigen ervaren spanningen tussen geloof en wetenschap, terwijl anderen worstelen met de complexiteit van morele dilemma's in een snel veranderende samenleving. De opkomst van atheïsme en secularisme heeft geleid tot een grotere nadruk op het stellen van vragen en het zoeken naar persoonlijke betekenis en authenticiteit in het geloof. We zijn misschien ook te discreet over ons geloof. Onlangs ontdekte ik, door te vertellen wat ik doe in mijn gemeenschap, dat twee collega’s ook actief zijn in hún kerkgemeenschap. We waren allen verheugd met deze uitwisseling.
Bron van hoop
Ondanks alles biedt het geloven in Jezus veel mensen nog steeds hoop, richting en een gemeenschapsgevoel. De boodschap van vergeving, genade en liefde blijft een krachtige bron van inspiratie, ongeacht de veranderende omstandigheden. Gemeenschappen van gelovigen komen samen om elkaar steun te bieden, te bemoedigen en gezamenlijk te groeien in hun geloof, waarbij ze de liefdevolle boodschap van Jezus in hun eigen leven en in de wereld om zich heen proberen te belichamen.
Het geloven in Jezus in de huidige maatschappij is dus een voortdurende reis van persoonlijke betrokkenheid, intellectuele uitdagingen en sociale verantwoordelijkheid. Het omvat het vinden van evenwicht tussen traditie en moderniteit, het stellen van diepgaande vragen en het zoeken naar betekenis te midden van een snel veranderende wereld. En is tegelijk voor velen een bron van kracht, hoop en betekenis in het leven. Dit kunnen we beamen na elke viering die we beleven.
Patrick De Vos
Kerk & Leven 2024 nr: 03
Week van gebed voor de Eenheid van de Christenen
Bidden we nog voor de Eenheid van de Christenen?
‘Laat hen allen één, zijn, Vader. Zoals U in Mij bent en Ik in U’ (Joh. 17,21-23). Zo klonk het in Jezus’ smeekbede tot de Vader, toen Hij wist dat het einde nakend was.
Hoe schrijnend is dan het contrast met de realiteit die de christenheid nu al eeuwen beleeft. Want wij christenen zijn door de eeuwen heen hopeloos verdeeld geraakt. En niet alleen omdat we het over een of andere geloofskwestie niet eens raakten, maar nog vaker om politieke redenen, in tijden dat kerk en wereldse macht, religie en natievorming, innig met elkaar verstrengeld waren. Een pijnlijke zaak. Zo contrasterend met de boodschap die wij willen brengen. De Blijde Boodschap - het goede nieuws dat God van ons mensen houdt - maar die komt met een opdracht: dat wij dan ook zo van elkaar moeten houden.
Een geschiedenis van verdeeldheid
Het begon al aan het eind van de vierde eeuw (in 395), toen het Romeinse Rijk definitief gesplitst werd in het West-Romeinse Rijk (met hoofdstad Rome) en het Oost-Romeinse Rijk (met hoofdstad Constantinopel). In de daaropvolgende eeuwen ontwikkelden het westerse en het oosterse christendom zich apart en groeiden ze uiteen. Het grote schisma voltrok zich in de elfde eeuw. Toen waren onder meer geschillen over de pauselijke autoriteit en onenigheid over de liturgie de directe aanleiding voor de scheiding tussen de rooms-katholieke kerk en de oosters-orthodoxe kerken. Tijdens de Reformatie en de Contrareformatie kwam het in het westen in de zestiende eeuw tot een aantal breuken van verschillende aard. Zo ontstonden de lutherse, de gereformeerde, de anglicaanse en de doopsgezinde kerken. In de twintigste eeuw kregen we er nog eens spontaan ontstane kerken bij, die geen afscheiding zijn van de bestaande stromingen, zoals de zevendedagsadventisten en Jehova’s getuigen.
Verlangen naar eenheid en verzoening
Het is geen gezicht. Zoals wij christenen verdeeld zijn, dat is eigenlijk een aanfluiting van het christelijk geloof. En wat we elkaar in al die eeuwen niet allemaal hebben aangedaan! Dankzij wijze mensen die zagen dat dit niet langer kon, kwam in de twintigste eeuw de oecumenische beweging op. Met oecumene wordt bedoeld het naar elkaar toegroeien, elkaar leren verstaan en het samenwerken tussen de verschillende christelijke denominaties. Aanvankelijk waren het vooral de protestantse kerken die toenadering tot elkaar zochten. Een doorbraak in 1948 was de oprichting van de Wereldraad van Kerken, met protestantse en oosters-orthodoxe kerken als leden, terwijl de rooms-katholieke kerk waarnemer werd. Sinds het eind van vorige eeuw is de oecumenische beweging echter zijn elan wat kwijt.
Hoezo ‘Week van Gebed voor de Eenheid van de Christenen’?
Inderdaad een hele mondvol. Het idee voor deze gebedsweek met de lange naam komt van een dominee die in 1908 het initiatief nam en christenen van verschillende kerken een week lang liet bidden voor de eenheid. Het idee kreeg uitbreiding over de hele wereld. Naderhand was het elk jaar een andere groep in een ander land die de teksten voor de gebedsweek voorbereidde, onder de gezamenlijke auspiciën van de Wereldraad van Kerken en het dicasterie voor de Bevordering van de Eenheid van de Christenen.
Op het noordelijk halfrond wordt de gebedsweek van 18 tot 25 januari gehouden, op het zuidelijk halfrond bidden ze tijdens de week van Pinksteren.
Burkina Faso
De teksten en gebeden voor dit jaar werden uitgezocht en voorbereid door een groep christenen in Burkina Faso (uit het katholieke bisdom Ouagadougou, protestantse kerken, oecumenische groepen en de lokale gemeenschap van Chemin Neuf). Zij kozen als thema voor de gebedsweek: ‘Heb de Heer uw God lief (...) en uw naaste als uzelf’ (Luc. 10,27).
De christenen maken maar 26% uit van alle Burkinezen, maar zij hebben wel het meeste te lijden onder het terrorisme dat Burkina Faso in zijn greep houdt sinds de eerste jihadistische invallen van 2016 in het noorden van het land. Drieduizend mensen kwamen al om het leven, bijna twee miljoen zijn ontheemd en het samenleven tussen de verschillende etnische groepen wordt steeds moeilijker; de nationale eenheid is zoek. Toch groeit er een zekere solidariteit tussen christenen, moslims en de volgelingen van traditionele religies. Katholieke en protestantse gelovigen bidden samen om verzoening en vrede en werken samen om ontheemden op te vangen, over de verdeeldheid heen.
Het is in deze uitdagende omstandigheden dat de verschillende kerken in Burkina Faso op weg zijn gegaan om in gebed en onderlinge liefde te werken aan de teksten voor de gebedsweek. De liefde voor God en voor de naaste is sterker dat wat hen scheidt. Ze hebben vertrouwen dat Gods liefde het geweld dat hun land teistert zal overwinnen.
Thema van dit jaar
‘Heb de Heer uw God lief en uw naaste als uzelf.’ De Burkinese christenen maakten een goede themakeuze. Ook de wetgeleerde die Jezus wilde ondervragen wist perfect hoe fundamenteel deze opgave is, voor hem net als voor ons christenen. Als antwoord vertelt Jezus hem de parabel van de barmhartige Samaritaan, die er geen twijfel over laat bestaan hoe je voor iemand ‘naaste’ kunt zijn. Zolang je in een ander alleen maar een vreemdeling ziet, iemand die je vrede verstoort en je plannen in de war stuurt, kun je niet zeggen dat je God liefhebt met heel je hart. Kan ik onbevreesd toelaten dat ik betrokken raak bij een lastige situatie en voldoende liefde en mededogen opbrengen om een mens in nood te helpen? Misschien iets om tijdens de Gebedsweek voor de Eenheid van de Christenen over na te denken.
In Brussel
Het thema komt in jouw gemeenschap vast aan bod in de weekendvieringen van 20-21 januari. Misschien is er in jouw buurt in de loop van de gebedsweek (18-25 januari) ook een oecumenische gebedsviering georganiseerd door de lokale gemeenschap van verschillende denominaties. Wees erbij als deelgenoot!
In ieder geval kun je donderdag 25 januari om 19 uur de gebedsweek afsluiten met een oecumenische viering in de Sint-Michiels-en-Sint-Goedelekathedraal.
Hilde Baccarne
In Anderlecht
In Anderlecht worden alle christenen door de Roemeens-Orthodoxe gemeenschap uitgenodigd voor hun vespergebed met aansluitend een ontmoetingsmoment, op zaterdag 20 januari van 14u tot 17u in hun kerk in de Norbert Gillelaan, 67. Allen van harte welkom!
Kerk & Leven 2024 nr. 02
“Keer toch terug naar Mij”
Doop van de Heer, maandag, 8 januari
God is anders dan wij. Ja, dat kennen we wel, maar de vraag is: ‘hoe anders?’.
Het antwoord horen we in het sermoen van de profeet Jesaja: “Laat de zondaar zijn weg verlaten en de boosdoener zijn gedachten; en terugkeren naar Jahwe, die zich over hem zal erbarmen, naar onze God, die immers rijkelijk vergeeft. Want mijn gedachten zijn niet uw gedachten, zegt de Heer, Mijn wegen niet uw wegen” (Jesaja 55, 7-8). Dát is het grote verschil: God heeft respect en is vol mededogen. Totaal niet te vergelijken met wat wij daarvan maken. Op die nagel hamert de profeet nog eens extra: “zoals de hemel hoger is dan de aarde, zo gaan ook mijn wegen uw wegen te boven, en mijn gedachten uw gedachten…”
“Keer terug naar Jahweh!”, schreeuwt Johannes de Doper. Die charismatische figuur brengt een volksbeweging op de been. De Jordaanoever die hij kiest voor zijn zuiveringsritueel heeft in de Joodse natie een diepe, symbolische waarde. Het is de eerbiedwaardige plek waar zij ooit het beloofde land zijn binnengevallen. Het decor van hun legendarische oversteek van de Jordaan (Jozua 3). De roepnaam die de migranten kregen: ‘Hebreeën’, betekent trouwens zoveel als: ‘die van over ‘t water’. Mettertijd wordt hun doortocht – eerst door de Rode Zee, dan door de Jordaan – het zinnebeeld voor de geestelijke reis die men wil gaan. Johannes’ roep om hervorming vindt gehoor. Weg met al het lelijke in ons midden. Terug eensgezind Gods wegen bewandelen! Johannes’ doopwater is dus niet te reduceren tot diwaterstofoxide (H2O).
Jezus uit Nazareth laat zich dopen. Wij kijken en mediteren lang en diep hoe Jezus aanschuift in de rij van gelukkige zondaars. Gelukkig, want zij ervaren Gods mededogen. Ik beschouw en overdenk hoe Jezus, die al helemaal gericht is op de Vader, zichzelf niet boven ons wil stellen. God-onder-ons is een van ons. De hemel scheurt open; van nu af is er geen scheiding meer tussen God en mens. En de Geest rust op Hem. God kroont Hem tot Gezalfde, Messias, Christus, Koning, Welbeminde… met de opdracht om armen een blijde boodschap te brengen, gebroken harten te genezen en gevangenen vrij te kopen (Jesaja 61, 1). Jezus luistert naar Gods stem en gaat meteen aan de slag.
We kijken al vooruit naar de afloop: naar Jezus’ doortocht, door lijden en dood. “Daarom ken Ik hem een plaats toe onder velen en zal hij met machtigen delen in de buit, omdat hij zijn leven prijsgaf aan de dood en zich tot de zondaars liet rekenen” (Jesaja 53, 12).
Pater Ludwig, sj
Kerk & Leven 2024 nr: 01
Langs een andere weg het nieuwe jaar instappen
Als je dit nummer 1 van Kerk & Leven in handen krijgt, zijn we net het nieuwe jaar 2024 ingestapt en komt 6 januari eraan: Feest van de Openbaring of Driekoningen. Normaal een dag waarop kinderen langs de huizen trekken om te gaan zingen en oude melodieën weer in ons hoofd klinken. En tegelijk staan we voor het feest van de Doop van Jezus op de zondag erna waarmee we de kersttijd zullen afsluiten en de tijd doorheen het jaar begint. Een scharniermoment, niet alleen in de burgerlijke jaartelling vorige week van Oud naar Nieuw maar ook in de liturgie: van de sterke Kersttijd, terug naar het gewone leven. Hoewel, zo gewoon is ons leven ook weer niet, met allerlei oorlogen, aanslagen en onvrede in de wereld. Laten we eerst nog even meegaan met de Drie Koningen.
Drie Wijzen
Na de herders zijn de laatste bezoekers aan de stal, de drie wijzen. In de traditie kennen we ze als Melchior, Caspar en Balthasar, of ten minste dat denken we, want er hangt eerder een waas van mysterie rond hen. Ze komen van ver en vanuit verschillende continenten zegt de traditie en zo wordt het kerstgebeuren open getrokken voor heel de wereld. Vandaar de naam: het Feest van de Openbaring. De Vredevorst is er voor alle mensen van goede wil en deze vreemde bezoekers vertegenwoordigen heel de wereld. De wijzen vormen zo ook het beeld van alle christenen van alle tijden en dus ook van ons. Ze hebben een lange weg af te leggen, net als wij in ons leven. Het is vaak een hele zoektocht om die Jezus te vinden in ons leven.
Open op de toekomst
We stapten net een nieuw jaar in. Wat zal het ons brengen: goede of minder goede dingen? Hoe zal het met onze gezondheid dit jaar gesteld zijn? En die van onze familie en vrienden? We hebben het afgelopen jaar van heel wat mensen afscheid genomen, in onze familie en vriendenkring, in de geloofsgemeenschap. Hoe zal het dit jaar verlopen? Wanneer komt er ‘een staakt het vuren’ en stoppen de oorlogen’? We weten het niet: er is dus vertrouwen nodig om het nieuwe jaar in te stappen. Misschien leeft er wel twijfel, onmacht, onrust, duisternis in ons hart. Hoe zal het verder gaan met ons leven, de wereldvrede, ons klimaat, wat na de verkiezingen? De wijzen geven geen pasklaar antwoord, dat staat er nooit in de bijbel, wel mogen we wat proeven van hun wijsheid als we ons door hen bij de hand laten nemen.
Wat we van hen kunnen leren
Ze leren ons de sterren in de nacht ernstig te nemen wanneer we het niet meer zien zitten, eigenlijk ook Hem, God niet meer zien zitten. Ook zij zagen een hele reistijd niets van God, alleen de ster. Ze leren ons de sterren van Gods aanwezigheid in ons leven te zien en te herinneren. Al die mensen die ons de weg wezen, die ons iets van God lieten ontdekken. Zij zijn de sterren van hoop die God ons geeft, de ene dag al wat helderder dan de andere. Als ook die ene ster verdwijnt slaan de Wijzen de Schrift er op na. Misschien een wenk voor ons: als je niet meer vooruitkomt, als geen ster je nog vooruithelpt, als je alles beu bent, sla dan eens de Schrift open, lees een stukje uit de Bijbel. De dagelijkse lezingen van het evangelie nemen ons mee doorheen het leven van Jezus en zijn leerlingen en maken ons ook meer tot zijn leerlingen omdat we meer en meer gaan ontdekken wie Hij is, net zoals de leerlingen die zich soms afvroegen, “Wie is Hij toch?”
Verandering
Wat me altijd heeft getroffen is het laatste zinnetje in het evangelie over deze figuren: ‘ze keerden langs een andere weg naar hun land terug’. Hun leven zal nooit meer zijn als voorheen. Een echte ontmoeting met Jezus laat geen mens onberoerd. Het doet iets met de persoon. Zovele mensen in het verdere evangelie gaan anders leven na een ontmoeting met Jezus en ze gooien hun leven om.
Is het ook zo niet in ons leven? De ontmoeting met iemand kan ons leven een heel andere wending geven. Denk maar eens hoe je ooit je vrouw, je man, je partner hebt ontmoet en je leven veranderde? Is het ook zo met onze relatie tot de Heer? Welk verschil maakt het in ons leven dat we Christus ooit hebben leren kennen? Is de relatie nog even intens of is ze met de jaren wat uitgeblust of bekoeld? Hoe was dit jaar onze ontmoeting met Hem in het stalletje? Ik hoop dat ze u mocht raken, net zoals de wijzen uit het evangelie. En zoals in dit prachtige gedicht van T.S. Eliot. Ik geef het u mee als een klein nieuwjaarsgeschenk.
Pastor Guido
De reis van de drie koningen Thomas S. Eliot
Het was een koude tocht, en de slechtste tijd van het jaar
voor een reis, voor zulk een verre reis.
De wegen modderig, het weer guur,
de winter op zijn strengst.
De kamelen, die hun knieën ontvelden, hun hoeven bezeerden, werden onhandelbaar
en legden zich neer in de smeltende sneeuw.
Menigmaal dachten we met spijt terug
aan onze zomerpaleizen op bloeiende berghellingen,
aan meisjes, in zijde gehuld, die gekoelde wijn ronddienden.
Onze kameeldrijvers vloekten, kankerden,
weigerden dienst, riepen om brandewijn en vrouwen.
Onze kampvuren wilden niet branden,
onderdak was moeilijk te vinden,
de steden waren vijandig, de dorpen stug,
de gehuchten smerig en verschrikkelijk duur:
het was een ellendige tocht.
Tenslotte reisden wij de gehele nacht door,
sliepen zo nu en dan langs de wegkant
en hoorden gedurig in onze oren zingende stemmen, zeggend:
jullie onderneming is waanzin.
Eindelijk. toen het licht werd, daalden we neer in een luw dal,
vochtig, onder de sneeuwlijn, geurend naar groeizaamheid;
een beek snelde voort, een. watermolen karnde het duister,
er waren drie bomen onder een bewolkte lucht,
en een oud wit paard galoppeerde door een weiland.
Wij kwamen bij een herberg met wijngaardranken boven de stoep.
Zes handwerkslieden dobbelden bij de open deur om zilverlingen
en zes voetknechten schopten lege wijnzakken over de vloer.
Maar niemand kon ons inlichtingen verschaffen,
en zo gingen we verder,
en bereikten des avonds, geen uur te vroeg,
de plaats van bestemming; het was
(dat mag ik wel zeggen) de moeite waard.
Dit alles is lang geleden, ik heb het onthouden
en zou het over willen doen, maar ik stel,
dit vooropgesteld,
één vraag: was het doel dat ons dreef geboorte of dood?
Wij waren getuigen van een geboorte, zeker,
daar is geen twijfel aan.
Maar als ik vroeger geboorte of dood zag,
dacht ik dat ze tegenstellingen waren.
Deze geboorte echter was een onverbiddelijk einde voor ons, een dood, onze dood.
Wij keerden terug naar ons land, onze koninkrijken,
maar voelden ons niet meer thuis in de oude orde
tussen vreemde mensen die hun goden omklemmen.
Ik zal blij zijn als ik andermaal sterf.
Vertaald door Martinus Nijhoff.