De dag erna was het al zover, de avondwake. Met 1,5 miljoen mensen op een gigantisch veld, vlak aan het water gelegen. Wij hadden het geluk niet eens zo ver van het podium te zitten. Ik kon niet eens de enorme menigte zien, maar werd er toch warm van vanbinnen, wetende dat elk van die mensen ook gelooft, net zoals ik. Een moment waarop ik het bewijs voor me zag, dat je niet alleen bent. De paus maakte ons dat ’s avonds nog eens duidelijk met zijn toespraak. Eerst wist ik niet wat hij allemaal zei, omdat ik geen vertaling had, maar toch kwam het ergens wel bij me binnen. Hoe hij daar zat te vertellen in zijn stoel, leek het een beetje alsof hij een grootvader was, die met zijn kleinkinderen in de zetel was gekropen, om hen wijze levenslessen bij te brengen.
En toen was het stil. Een stilte die ik nooit had gehoord, eentje met 1,5 miljoen mensen. Ik zat met mijn ogen dicht na te denken en te genieten, toen de wind opstak. Het was echt een absurd moment. Voor ik het wist was de stilte voorbij en begon het koor weer te zingen. Toen ik mijn ogen opende, merkte ik dat er tranen over mijn wangen liepen en bleef ik nog even stil. Ik was niet de enige, het was een mooi, maar emotioneel moment voor velen, en dus pakten we elkaar nog eens goed vast. De verbondenheid die daar te voelen was, was gewoonweg onbeschrijfelijk, maar één ding weet ik zeker: het was het geloof dat die verbondenheid gecreëerd heeft.
Joke Homblé
Bron: Kerk en leven